conf-isdn-account
1.6

Het gebruik
van
conf-isdn-account

Vorige Inhoud Volgende

Bij het starten van conf-isdn-account krijgt u het volgende menu te zien:

 

Toelichting op de submenu's:

  1. HiSax ISDN cards:
    Maak een keuze uit een lijst van ISDN kaarten die door de HiSax driver worden aangestuurd.
  2. Create new configuration:
    Maak een nieuwe ISP, uitbel- of inbel-configuratie aan.
  3. Modify configuration:
    Wijzig een bestaande configuratie.
  4. Delete configuration:
    Verwijder een bestaande configuratie.
  5. Select Default configuration:
    Kies de configuraties die standaard geactiveerd worden.
  6. Start/Stop ISDN service:
    Start of stop het programma isdn.
  7. Dial/Hangup interface:
    Maak of verbreek een telefoonverbinding.
  8. Connection status:
    Geef de status weer van de geactiveerde configuraties.
  9. Statistics:
    Geef een gebruiksstatistiek van de verbindingen weer.
  10. Exit:
    Verlaat het programma.


HiSax ISDN cards

U krijgt hier een lijst te zien van ISDN kaarten die door de HiSax driver aangestuurd worden. Als uw kaart daar onder valt, kunt u door die te selecteren de benodigde parameters voor de HiSax driver opgeven.

1 Teles 16.0

2 Teles 8.0

3 Teles 16.3 (non PnP)

4 Creatix/Teles PnP

.............................

Lijst van Hisax Drivers

U moet minimaal het ISDN protocol opgeven.  Voor Nederland is dat EDSS1  (Euro ISDN).  Het protocol-menu is een radiolist.  Maak een keuze met behulp van de spatiebalk.
Voor sommige kaarten is dit genoeg informatie.  Bij andere kaarten wordt ook nog gevraagd andere parameters,  zoals IO,  IRQ,  e.d.,  op te geven.
Als uw kaart een ISA Plug & Play kaart is, dient de kaart zelf ook nog ingesteld te worden door middel van het programma isapnp.
Het komt er bij dit soort kaarten op neer dat u het bestand /etc/isapnp.conf moet aanpassen.

 

Create new configuration

Met dit onderdeel kunt u een nieuwe configuratie aanmaken. Vul de diverse velden als volgt in:

Indien u een configuratie wilt maken die zowel van het type Call out als Call in is,  kunt u als volgt te werk gaan.  Kies bij het maken van een nieuwe configuratie als configuration type Call out en voeg daarna met behulp van het menu-onderdeel Modify configuration een of meerdere nummers toe die op uw systeem mogen inbellen.

Hierna moet u,  afhankelijk van de gekozen Configuration type,  de volgende vragen invullen:

Opmerking.
Verwar dit niet met de IP adressen van de nameservers van uw provider
Let op:
Kies twee adressen die in hetzelfde netwerk liggen.  Als u bijvoorbeeld voor uw kant 192.168.3.1 gekozen heeft,  moet u voor de andere kant een adres in hetzelfde netwerk kiezen,  dus een adres tussen de 192.168.3.2 en 192.168.3.254.

Nadat alle velden zijn ingevuld,  wordt u gevraagd of u de nieuwe configuratie wilt opslaan.  Indien u nog enkele aanpassingen wilt aanbrengen,  kiest u hier voor No.  U krijgt dan de gelegenheid uw configuratie nog aan te passen.

De configuratie zal niet opgeslagen worden,  zolang de door u verstrekte gegevens niet volledig zijn.  De ontbrekende gegevens worden dan in een lijst aangegeven door middel van een vraagteken (?) direct achter de hotkey.

Nadat een nieuwe configuratie opgeslagen is, wordt er ook gecontroleerd of u reeds over een default configuration beschikt.  Indien dit niet het geval is,  wordt u gevraagd of u van de nieuwe configuratie een standaard configuratie wilt maken.

 

Modify configuration:

U kunt hiermee een bestaande configuratie wijzigen.  Zie voor de betekenis van de meeste velden de beschrijving hierboven onder Create new configuration.

U vindt in dit onderdeel echter nog negen extra velden.  Sommige van hen zijn bij het maken van een nieuwe configuratie automatisch voor u ingevuld.

 

Delete configuration:

Hiermee kunt u een bestaande configuratie verwijderen.  Ga met de pijltjestoetsen staan op de configuratie die u wilt verwijderen en druk op ENTER.

 

Select default configuration:

Hier kunt u een of meerdere configuraties kiezen die standaard geactiveerd moeten worden,  bij het opstarten van de service isdn.  Dit geschiedt dus gewoonlijk bij het opstarten van Linux.

Het menu is een Checklist.  U kiest hier dus door gebruik te maken van de spatiebalk.

 

Start/Stop ISDN service:

Hiermee kunt u de service isdn starten en weer stopzetten.  Gewoonlijk wordt deze service bij het opstarten van Linux meegestart.  Daarbij worden de standaard configuraties geactiveerd.  Bij dit onderdeel kunt u daarvan afwijken.  U krijgt een lijst met alle configuraties voorgeschoteld en kunt daaruit zelf kiezen welke configuraties u activeren wilt.

 

Dial/Hangup interface:

Hiermee kunt u het maken van een verbinding op gang brengen door in te bellen op het andere systeem.  Bestaat er reeds een verbinding,  dan kunt u die verbreken.

U krijgt een lijst te zien van alle geactiveerde configuraties.  De configuraties die reeds verbonden zijn,  zijn gemarkeerd met een asterisk (*).

Natuurlijk moet de service isdn wel gestart zijn alvorens u dit onderdeel kunt gebruiken.

 

Connection status:

Hiermee kunt u de status zien van de ippp-netwerkinterfaces.  Iedere geactiveerde configuratie creert zo'n ippp-interface.
(Dit menu-onderdeel is niet beschikbaar voor RedHat Linux 6.1.)

 

Statistics:

Bij dit onderdeel krijgt u de gebruiksstatistiek van de huidige datum te zien.

Indien u de gebruiksstatistiek van andere dagen wilt zien,  dient u het programma isdnrep te gebruiken.

Volgende Inhoud Vorige